Charter - ICA principes

De leden van REScoop.Vlaanderen ondertekenen een internationaal Charter waarin de visie, missie, coöperatieve principes, ... van de coöperatieve gemeenschap verzameld zijn.
Download hier het charter.

Je kan deze eigenschappen ook op interactieve wijze verkennen voor jezelf, je organisatie of een groep mensen via de e-learining tool ICA-Kompas.

Het charter is de vertaling van de ICA guidance note voor maatschappelijk verantwoord ondernemen met hernieuwbare energiebronnen.
Lees meer.
 

Charter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7 coöperatieve principes

Leden van REScoop.be onderschrijven de 7 Coöperatieve principes van het ICA.

1. Open en vrijwillig lidmaatschap
Coöperaties zijn gebaseerd op vrijwilligheid. Ze zijn open voor iedereen die gebruik kan maken van hun diensten en die verantwoordelijkheid als lid wil opnemen – zonder enige discriminatie op basis van gender, sociale afkomst, ras, politieke voorkeur of religie.
 

2. Democratische controle door de leden
Coöperaties zijn democratische organisaties die door hun leden worden gecontroleerd. De leden participeren actief in het uitstippelen van het beleid en in het nemen van beslissingen. Wie een verkozen mandaat krijgt, verantwoordt zich tegenover de leden. In coöperaties van het eerste niveau is er een gelijk stemrecht, volgens het principe: één lid, één stem. Ook coöperaties van andere niveaus zijn democratisch georganiseerd.
 

3. Economische participatie van de leden
Leden dragen op een billijke manier bij tot het kapitaal van hun coöperatie en ze hebben er democratische controle over. Gewoonlijk is ten minste een deel van het kapitaal het gemeenschappelijke eigendom van de coöperatie. Als de leden een compensatie ontvangen voor het kapitaal dat ze als lid inbrengen, dan is dit een bescheiden compensatie. De meerwaarde wordt toegewezen aan alle of een deel van de volgende doelen:

  • de ontwikkeling van de coöperatie, bv. door de opbouw van reserves waarvan ten minste een deel ondeelbaar is;
  • restorno's aan leden in verhouding tot hun transacties met hun coöperatie
  • het ondersteunen van andere activiteiten, goedgekeurd door de leden.
     

4. Autonomie en onafhankelijkheid
Coöperaties zijn autonome, zelfredzame organisaties onder toezicht van de leden. Als ze overeenkomsten aangaan met andere organisaties en/of met overheden, of als ze extern kapitaal aantrekken, doen ze dat op zo'n manier dat de democratische controle van de leden en de autonomie van de coöperatie gewaarborgd is.
 

5. Onderwijs, vorming en informatieverstrekking
Coöperaties voorzien voor leden, bestuurders, directie en werknemers onderwijs en vorming, zodat zij werkelijk kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van hun coöperatie. Zij informeren het grote publiek – vooral jonge mensen en opiniemakers – over de aard en de voordelen van coöperatief ondernemen.
 

6. Samenwerking tussen coöperaties
Door samen te werken in lokale, regionale, nationale en internationale structuren, versterken coöperaties de coöperatieve beweging en bieden ze doeltreffende dienstverlening aan hun leden.
 

7. Engagement voor de gemeenschap
Coöperaties dragen bij tot de duurzame ontwikkeling van de samenleving in een kader dat gedragen is door hun leden.

 

 

Vaststellingen

Door de huidige productie en consumptie van energie wordt het leven op aarde ernstig bedreigd.

Dit zijn de knelpunten:

  • het milieu: de klimaatverandering, bedreigde ecosystemen en bedreigde menselijke gemeenschappen;
  • economisch en geopolitiek: de niet-hernieuwbare energiebronnen zijn op korte of middenlange termijn uitgeput;
  • sociaal: oneerlijke toegang tot minimale energiediensten en maatregelen voor rationeel energiegebruik, privatisering van publieke dienstverlening;
  • privatisering van gemeenschappelijke hulpbronnen: Energie is – net als water en grond - een openbaar goed, maar wordt de inzet van privatisering en van speculatie. Gewone mensen hier en in het Zuiden betalen daarvoor de rekening.
  • politiek: In het kader van de liberalisering van de energiesector trekken overheden en besturen zich terug uit de energieproductie en- verkoop. De energiepolitiek mist echter een eenduidige langetermijnvisie en is ondoorzichtig. Daardoor worden niet alleen de overheidsdoelstellingen van de liberalisering niet gerealiseerd - competitiviteit, billijke prijzen en energie-autonomie - maar raken ook de Kyotodoelstellingen in het slop.

 

 

Visie

Onze visie op het energiesysteem van de toekomst gaat uit van een verminderde consumptie, dankzij rationeel energiegebruik. Wat er wordt verbruikt, komt uitsluitend uit hernieuwbare-energiebronnen. De ontwikkeling hiervan moet gebeuren binnen een gepaste ruimtelijke ordening en op maat van de samenleving.

Onze visie gaat uit van de participatie van inwoners en gemeenschappen. Iedereen moet de kans krijgen om zich in te schakelen in het halen van de energiedoelstellingen. Opbrengsten en winsten van projecten moeten gedeeld worden in tijd en ruimte: tussen de huidige en de toekomstige generaties, tussen mensen nabij de projecten en verder weg. Wij zien de productie, de verdeling en de consumptie van energie in het kader van duurzame ontwikkeling, als een openbare dienst en in internationale solidariteit.

 

 

Missie

Vanuit deze vaststellingen en deze visie kiezen de ondertekenaars van het Charter van REScoop.be ervoor om gewone burgers en lokale actoren de kans te geven om een rol te spelen in de productie, distributie en levering van energie.

Uitgangspunten daarbij zijn:

  • informatie aan de lokale gemeenschap en lokaal overleg;
  • de mogelijkheid tot rechtstreekse participatie in hernieuwbare-energieprojecten zodat een financiële participatie een reële en rechtstreekse band betekent met de projecten;
  • de langetermijndoelstelling van 100% hernieuwbare energie;
  • de waarden van het Charter.

 

 

Wat is een coöperatief windproject?

Een project van burgers moet aan de volgende criteria beantwoorden:

1. Lokale verankering
De vennootschap die het project realiseert en uitbaat staat volledig open voor participatie van omwonenden, het lokale maatschappelijke middenveld, de gemeente en haar organen en gewone mensen in het algemeen: zowel voor, tijdens en na de realisatie van het project. Zo kunnen zij zich het project en de meerwaarde eigen maken. De band tussen energiebehoeften, de noodzakelijke hernieuwbare productiemiddelen en de lokale economische betekenis wordt zo duidelijk.
 

2. Niet speculatieve doelstellingen
Het hernieuwbare-energieproject wordt gerealiseerd om uitgebaat te worden en niet om doorverkocht te worden. De vergoeding van het kapitaal is beperkt. Het geeft toegang tot energie aan een billijke en transparante prijs. Een deel van de meerwaarde wordt besteed aan educatie en informatie en aan investeringen in nieuwe projecten. In de mate van het mogelijke respecteren ook de projectontwikkelaars waarmee een samenwerking is, de mede-investeerders en hun aannemers deze regels bij de bouw en de exploitatie van dit hernieuwbare-energieproject.
 

3. Onafhankelijk

De vennootschap die het project realiseert en uitbaat is autonoom en wordt niet bestuurd door overheden of via andere bedrijven. Het mechanisme van samenwerken en solidariteit dat gehanteerd wordt voor de investeringen en de doelstellingen van de projecten, kadert in de sociale en coöperatieve economie, en plaatst deze vennootschappen aan de ene kant buiten de publieke sector (bestuurlijke autonomie) en buiten de pure privéondernemingen die dit charter niet kunnen ondertekenen.
 

4. Democratisch
De vennootschappen die dergelijke projecten realiseren en uitbaten, en in de mate van het mogelijke ook de projectpartners (projectontwikkelaars, studiebureaus, banken, aannemers, ...), zijn democratisch georganiseerd, van het coöperatieve type of werkend volgens de coöperatieve principes, transparant en duidelijk. Ze garanderen het behoud van de doelstellingen van de projecten gedurende heel de looptijd ervan. Het gekozen bestuur van deze vennootschappen moet de participanten toelaten de productieprijzen te controleren en zorg dragen voor transparantie inzake het functioneren en de financiën.
 

5. Ecologisch
De vennootschap die het project realiseert en uitbaat engageert zich duurzaam en vrijwillig voor het leefmilieu, gaande van de mondiale problematiek (klimaatswijziging, verlies aan biodiversiteit, vervuiling, ...) tot de problematiek op het lokale niveau (gebruik van de grond, de wind, de rivieren, lokale impact, ...). In de mate van het mogelijke respecteren ook de projectontwikkelaars, mede-investeerders en hun aannemers (studiebureaus, constructeurs, installateurs, ...) deze regel.
 

6. Spaarzaam omgaan met de ruimte:
Zelfs hernieuwbare bronnen zijn beperkt. Aan de ontwikkeling en realisatie gaan studie en planning vooraf. Verschillende projectvoorstellen worden afgewogen op hun merites: stedenbouwkundig, milieueffecten en socio-economisch.