Rechtstreekse burgerparticipatie
Energie in eigen handen
Rechtstreekse burgerparticipatie betekent dat burgers rechtstreeks toegang hebben tot de hernieuwbare energiebronnen. De zon schijnt en de wind waait voor iedereen. Maar niet iedereen heeft de plaats of de centen voor een eigen PV-installatie op het dak of een windturbine in de tuin. In een bugercoöperatie verenigen burgers zich om samen een deel van de omgevingsenergie te oogsten en die onder elkaar te verdelen = energiedelen. Rechtstreekse burgerparticipatie betekent energie in eigen handen.
ICA-definitie & principes
Het rechtstreeks participatiemodel baseert zich op de internationaal erkende regels voor coöperatief ondernemen, de ICA-definitie & principes. Daarin staan autonomie en eigenaarschap onder democratisch bestuur centraal.
Appelbomen of blikken appelmoes?
Kiezen tussen rechtstreekse participatie via burgercoöperaties en onrechtstreekse participatie via financieringsvehikels is als kiezen tussen appelbomen en appelmoesconserven. Bij onrechtstreekse participatie geef je als burger een lening aan een conservenfabriek die daarmee blikken appelmoes maakt die je kan kopen in een supermarkt (al dan niet met kortingsbon). Bij rechtstreekse burgerparticipatie worden mensen samen eigenaar van een appelboom die jaarlijks appels geeft, die we onder elkaar verdelen en waarmee we niet alleen appelmoes maar ook appelconfituur en appelsap en appelcider maken die we na de oogst in de schaduw van onze appelboom samen uitdrinken (gemeenschap). Het is duidelijk dat mensen die in de schaduw willen zitten van hun gezamenlijke appelboom nooit tevreden zullen zijn met een blik appelmoes. Europa definieerde energiegemeenschappen om ervoor te zorgen dat niet alle appelbomen in handen vallen van de conservenfabrieken.
Natuurlijke rijkdommen
Zon, wind en water zijn lokale natuurlijke rijkdommen die voor iedereen toegankelijk moeten zijn. In België heeft elke burger volgens het burgerlijk wetboek artikel 714 gelijk gebruiksrecht van commons zoals zon-wind-water. Maar in de praktijk eigenen vooral ontwikkelaars en grootgrondbezitters zich dat gebruiksrecht toe (windrush).
Steeds meer lokale overheden willen de lokale natuurlijke rijkdommen inzetten voor een sociaal rechtvaardige energietransitie samen met de bevolking. Steden en gemeenten willen zo draagvlak creëren voor het realiseren van hun klimaatplannen ikv de burgermeesterconvenant. Ze stellen een draagvlakmodel op en leggen rechtstreekse burgerparticipatie bij het oogsten van omgevingsenergie vast in gemeenteraads- en provincieraadsbesluiten. Het is een uitnodiging aan ontwikkelaars en energiebedrijven om hernieuwbare energieprojecten te realiseren samen met de gemeenschap.
Participatieplan
In Nederland is burgerparticipatie in grootschalige wind- en zonprojecten verankerd in het klimaatakkoord via een verplicht participatieplan op maat van de lokale gemeenschap (tot 50%) als voorwaarde voor indienen vergunningsaanvraag. Ons verzoekschrift aan het Vlaams parlement om een gelijkaardig initiatief te nemen werd ontvankelijk verklaard, maar bleef vooralsnog zonder gevolg.
Onshore wind
Er staan inmiddels 570 windturbines in Vlaanderen, daarvan zijn slechts 4% coöperatieve windturbines. Van de 96% commerciële windturbines zijn ca 2/3 in handen van buitenlandse energiemultinationals en ca 1/3 in handen van investeringsmaatschappijen. In een coöperatieve windturbine participeren gemiddeld 3000 huishoudens. In een commerciële windturbine participeren gemiddeld 30 gezinnen. Dat is een factor 100 verschil en dat is Europa niet ontgaan, wat aanleiding gaf tot de definitie van energiegemeenschappen in Europese directieven.
Factcheck
Of een organisatie een burgercoöperatie is en voldoet aan de ICA-definitie & principes kan je makkelijk checken in de oprichtingsacte en statuten en de jaarrekeningen. Daarin staat of het een burgerinitiatief betreft of een bedrijfsinitiatief (oprichters zijn bedrijven of gebonden personen), de organisatie democratisch bestuurd wordt (één lid één stem op de algemene vergadering en géén voorbehouden zetels in de raad van bestuur), de installaties uw eigendom zijn (materiele vaste activa) via burgerkapitaal (eigen vermogen), wat er geproduceerd wordt aan producten en diensten (bedrijfsresultaat), welke economische behoeften van de leden worden vervuld en wat dienstverlening aan de leden inhoudt.